door Simon van den Berg
Pinksterzondag 2019. Naar de Oude Kerk. Ik zoek een plek en zie tot mijn verrassing mijn beste vriend op de eerste rij zitten, in zijn rolstoel, beetje schuin voorover hangend. Hij is er slecht aan toe de laatste tijd, ik zie hem regelmatig. Er zijn meer rolstoelen: een groepje bewoners uit de Flesseman is met begeleiding naar de Oude Kerk gekomen.
Vanzelfsprekend ga ik naast hem zitten, hij herkent me, goed oogcontact, veel hoeven we elkaar niet te zeggen op dit moment. Het raakt mij geweldig, dit daar zo onverwacht zo zwijgend zitten tussen al die oude, jonge, zieke en gezonde mensen. Dit is waar het eigenlijk om gaat, waar deze kerk en traditie voor staan. Hoe lastig dit soms ook mij afgaat. Dit is waar de geest van Pinksteren ook voor staat.
Met deze vriend – hij was de oudste – en nog een derde, vormden we een drietal, dat op gezette tijden met elkaar afsprak om een glas te drinken, het leven te vieren en vooral om over het door ons gedeelde vak te praten: vriendschap en vakmanschap. Maar ook, en niet in laatste plaats, over wat wij van onze opvoeding hadden weten mee te geven aan onze kinderen. Dit hield ons nogal bezig.
Eenmaal per jaar maakten we een reisje, het land uit. Zo gingen we naar Bouillon in Belgisch-Franse grens, logeerden in Hotel de la Poste. De oudste van ons had daarbij voorgesteld ook iets op de agenda te hebben: om eens te praten over het zognaamde Aramese Jezus-gebed dat hij ergens had leren kennen en dat hem had getroffen.
– Bron van Zijn, die ik ontmoet in wat mij ontroert
– Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven
– Bundel uw licht in mij – maak het nuttig
– Vestig uw rijk van eenheid nu, uw enige verlangen handelt dan samen met het onze
– Schenk ons wat we elke dag nodig hebben aan brood en aan inzicht
– Maak de koorden van fouten los die ons vastbinden aan het verleden, opdat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven
– Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden
– Uit u wordt geboren: de alwerkzame wil, de levende kracht om te handelen, en het lied dat alles verfraait en zich van eeuw tot eeuw vernieuwt
(Aramees Onze Vader, vrije hertaling van Bram Moerland)
– Onze vader die in de hemelen zijt
– Uw naam worde geheiligd
– uw koninkrijk kome
– uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde
– geef ons heden ons dagelijks brood
– en vergeef ons onze schulden, gelijk wij ook vergeven onze schuldenaren
– en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze
– want van u is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid
Wij hebben ons daar in Bouillon niet gebogen over de taalkundige kant, dat moeten linguïsten of theologen maar beoordelen. Maar het was wel duidelijk dat deze manier van zeggen ons raakte. Confronterend: delf uw licht in mij…
Vijf maanden na Pinksteren stierf onze goede vriend, zijn overlijdenskaart getooid met dit vertaalde gebed. Tijdens de rouwdienst las een kleindochter het verhaal voor van de barmhartige Samaritaan. Dit sprak daar in de doodstille Oranjekerk boekdelen.
* * *
(kapperswinkel in Bethlehem, foto PJT)
Terug naar nu, coronatijd. Vorige week: eindelijk eens de haren willen laten knippen. In mijn buurt fiets ik nog eens langs mijn kapper, om te kijken of hij toevallig plaats heeft. Eigenlijk moet ik hem bellen voor een afspraak.
Heel toevallig is er net iemand die niet kwam opdagen, dus ik mag binnen komen… Opluchting, verder niemand in de stille zaak.
De jonge kapper met mondkapje en pet op, doet voortvarend zijn werk.
Er staat muziek op: een vrouwenstem zingt – als ik het goed hoor – Arabische teksten, regelmatig herhaalde, mooie melodieuze zangen. Het herinnert mij ergens aan het ingekeerde Gregoriaans. De gewone ontspanning die een knipbeurt geeft verdiept zich in een contemplatieve stemming. Vooral die concentratie, die ingekeerdheid. Waar hoor je dat nu nog? En nog wel op deze kleine werkplek van mijn kapper, wat is dit?
Ik vraag ernaar. Het klopt, wat ik vermoedde, het zijn teksten uit de Koran, en ach, het is ook nog steeds Ramadan! Corona-onthouding en dan ook nog het dagelijks afzien in de maand Ramadan. Ook een maand waarin aandacht is voor verdraagzaamheid, vrijgevigheid, liefdadigheid en saamhorigheid. In de corona-samenleving is beroep op saamhorigheid een seculier mantra geworden.
We praten over dat heilige boek waarvan ik ook enkele vertalingen heb staan.
‘Op deze manier is deze dag ook beter en mooier door te komen.’ Maar zegt hij, bijna vermanend, ‘Zij zingt niet! Zij leest de heilige Koran, ik versta niet alles: sommige woorden ken ik niet; het is een echt goed boek, dat gaat over het leven.’
Ik vertel iets van wat ik weet, dat het woord Koran inderdaad juist recitatie betekent, en dat je de Koran eigenlijk niet goed kan lezen in vertaling, maar hem juist reciterend, én in het Arabisch, moet horen.
Het gebeurt mij eigenlijk zelden dat ik zo met een moslim buur in gesprek raak. Geknipt en licht geroerd verlaat ik de kapsalon, en moet onwillekeurig toch ook even denken aan hoeveel eeuwen terug alweer de protestanten de moed hadden om eigenhandig hun Schriften te vertalen en te lezen.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Stuur reacties of inzendingen naar de redactie van de website: Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com), Peter Lowie (p.lowie@upcmail.nl), Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl).