door Hans Firet
Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar dat valt best mee. Corona kenden we alleen nog maar als biermerk. Ik had nog wat vakantiedagen over en wilde in november richting de zon. Dan ga je zo het hele rijtje af, van Canarische Eilanden tot Curaçao. Alsof je moet kiezen tussen verschillende soorten spaghetti. En toen werd het ineens Tel Aviv. Schijnt een leuke stad te zijn: zonnig, gay-friendly, stranden. Wat wil je nog meer?
Ik vind een Airbnb in een hippe wijk van Tel Aviv. Veel graffiti, hipsterbarretjes, overal gratis fietsen. Tel Aviv blijkt een soort Barcelona, maar dan zonder al die toeristen. Mooie mensen die bij koffietentjes hun flat white of chai latte drinken. Maar ja, na een paar dagen zon en lekker eten begin je toch te denken: Jeruzalem is vlakbij. Heilige stad voor de drie monotheïstische religies. Dat moet je toch even gezien hebben als je er zo dicht bij bent.
Nu heb ik als protestant geleerd dat je vooral de Bijbelse plekken niet moet bezoeken. Allemaal commercie, drukte en waarschijnlijk ben je ook nog op een plek waar het helemaal niet gebeurd is. Een soort combinatie van ‘laten we het heilige niet bezoedelen met wereldse franje’ en ‘ze belazeren je waar je bij staat’. Dus met een gezonde dosis calvinistische scepsis neem ik de bus naar Jeruzalem.
Daar rij je dan door het lege land tussen de kust en Jeruzalem. Al gauw galmt het in m’n hoofd: De dorre vlakte de-er woestijnen… En dan sta je ineens in Jeruzalem, gewoon een drukke, moderne stad. Je neemt de sneltram naar de oude stad. En dan via de Damascuspoort de oude stad in. Dat klinkt natuurlijk al beter: ‘de weg naar Damascus’. De oude stad blijkt niet veel te verschillen van Arabische steden waar ik geweest ben: Marrakech, Fès, Meknès.
Door een wirwar van steegjes lopen we door de Arabische wijk, de christelijke wijk, de joodse wijk en de Armeense wijk. En ineens staan we voor de Heilig Grafkerk. Hier blijkt het allemaal gebeurd te zijn. Van kruisiging tot wederopstanding. Wat een tegenvaller. Ik had me Golgotha niet echt voorgesteld als kapel in een kerk.
Je valt er meteen met de deur in huis. Bij de ingang ligt de steen waarop Jezus gebalsemd zou zijn. Gelovigen uit alle windstreken leggen er hun spulletjes op, tot telefoontjes aan toe, zodat daarop iets van heiligheid zal afstralen. Een beetje lacherig leg ik er toch maar even mijn hand op. Je weet maar nooit. En zo loop je van het een naar het ander. In de rotonde staat een enorme rij pelgrims te wachten om het graf van Jezus te bezoeken. En daar een trappetje op en je staat bij de rots van Golgotha. Ik brand maar weer eens een kaarsje. En dan daaronder: het graf van Adam. Is Jezus dan gekruisigd op het graf van Adam? Dat hadden ze me op zondagsschool nooit verteld. Het begint me te duizelen.
Ik ga naar buiten. Ik wil die hele poppenkast achter me laten. Een kerk die betwist wordt door een stuk of vijf kerkgenootschappen die elkaar bijna tent uit vechten. Elk met hun eigen gewaden en hoofddeksels. En dan al die luidruchtige toeristen en pelgrims van allerhande snit. Ik snap nu dat Jezus de geldwisselaars de tempel uit gooide: ‘Mijn Huis moet een huis van gebed zijn.’
Op het pleintje voor de ingang sla ik er mijn reisgids eens op na. Of dit de echte plekken zijn, is hoogst twijfelachtig. Maar sinds de vierde eeuw, de tijd van keizer Constantijn, staat hier al een kerk en wordt deze plek vereerd als de plaats waar Jezus gekruisigd en opgestaan zou zijn. Dat is wel een heel lange tijd. Ik kijk nog eens naar die rare kerk. Dit doet me echt helemaal niks, denk ik. En tegelijkertijd krijg ik een brok in m’n keel. Al die eeuwen dat er hier al mensen rondlopen die hetzelfde geloven…
Dit jaar kunnen we in onze kerk, onze ‘heilige plek’ voor het tweede jaar op rij geen Pasen vieren zoals we dat gewend zijn. Mijn hoogtepunt daarbij is de Paaswake op Stille Zaterdag. De eerste keer dat ik daarbij was, was zo indrukwekkend dat ik besloot al m’n twijfels overboord te gooien en ervoor te gaan. Voor mij gaat geloven om het gevoel: ik sta hier in een kerk waar al eeuwen mensen komen die hetzelfde proberen te geloven als ik. Niet omdat het wetenschappelijk te bewijzen is, maar gewoon omdat je het zo graag wilt geloven.
Misschien maakt dat een heilige plaats wel tot een heilige plaats. Het gevoel dat allen die ons voor zijn gegaan en allen die na ons komen daar komen met hetzelfde doel. Een plek zoeken om een gevoel tastbaar te maken.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Stuur reacties of inzendingen naar de redactie van de website: Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com), Peter Lowie (p.lowie@upcmail.nl), Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl).
Foto’s:
Palmpasen, pelgrims komend vanaf de Olijfberg, Jeruzalem (PJT)
Hans Firet in de Grafkerk in Jeruzalem (HF)