door Jan Mevius
Als ik in deze dagen op zondag naar de audiodienst van de Oude Kerk luister (en soms ook kan bekijken) voelt het zo vertrouwd, dat ik in gedachten de kerk voor me zie en bijna de geur van de Oude Kerk kan ruiken. Met de ogen dicht kan ik me daar dan aanwezig wanen.
Geuren zijn er velerlei, en ze worden heel verschillend ervaren. Pas gemaaid gras ruikt volgens de een heerlijk, terwijl een ander de geur van bloeiende hyacinten niet kan luchten. Geuren kunnen emoties oproepen. Ik kan dat verder niet filosofisch duiden, dat is mijn vak niet. Wel heb ik in mijn beroep veel met geuren te maken gehad, geuren in vloeistoffen zoals drinkwater of in de lucht, van de airco van Schiphol. Die geur moest ik dan definiëren, wat is het wat ik ruik?
Geur kan iets vertrouwds hebben, iets herkenbaars, zonder dat je het kan benoemen. Geuren kunnen ook herinneringen oproepen. De geur van een petroleumkachel doet me denken aan de Aladdin op mijn kamer in het ouderlijk huis. De geur van Boldoot 4711 is ook zo iets, was het mijn oma of mijn moeder die dat op een zakdoekje sprenkelde en de geur van King pepermunt heeft toch ook iets met een kerkdienst.
In de twintig jaar dat Titia en ik bewust in de Oude Kerk kwamen (ik was wel eens naar orgelconcerten geweest) waren we getroffen door de eerbied voor de liturgie en natuurlijk de orgelmuziek. Vrij snel zijn we er actief geworden, Titia op de cantorij en ik in als 2003 koster. Dat ben ik 5 jaar geweest maar daarnaast was ik 10 jaar vrijwilliger bij de Stichting Oude Kerk.
(foto: collectie Stichting Oude Kerk)
Het viel me op dat er best wat hulp gebruikt kon worden bij het schoonmaken, speciaal van dat gedeelte dat voor de kerkdiensten gebruikt werd. En omdat ik dan vaker in de kerk kwam, viel het me meer en meer op hoeveel daar te ruiken was, afhankelijk van wat er in de week was gebeurd. Als in het Avonduur (de voorloper van de vespers) de predikant wat rijkelijk met wierook aan de gang was geweest, wat bij sommige cantorijleden op de stembanden sloeg, was dat door de week nog te ruiken. Als er door de week tijdens de restauratie teveel met dieselmachines zonder filter op de uitlaat was gewerkt rook ik dat zondags ook. En als we bezig waren geweest om het houtwerk in de was te zetten was dat natuurlijk naast merkbaar ook ruikbaar.
Met de medewerkers van de algemene dienst bij de stichting maakten we de kerk schoon en kwamen dan echt overal, van kelder tot zolders, binnen en buiten, tot de dakgoten toe. Zo stuitte ik ook op de preekstoel waarvan het houtwerk uitdroogde en ik vroeg of ik die mocht poetsen. De koster, Heimen Westerveld, of misschien zijn vrouw Suze, zeiden dat dat met vloeibare bijenwas moest. Na de preekstoel kwam het hek van de dooptuin aan de beurt, en zo werd allengs al het houtwerk in de was gezet. Steeds meer mensen van de algemene dienst van de Stichting gingen meedoen, tot aan de organist Matteo Imbrumo toe, die meehielp het koor en de misericorden te poetsen. De geur van de bijenwas deed denken aan vroeger, als het meubilair in de was werd gezet. Titia vertelde dat zij na het overlijden van haar moeder het huishouden moest doen, maar daar soms geen zin in had en dan met de spuitbus Pledge rondspoot zodat het leek of er gepoetst was. Bij al dat poetsen werd ik dan soms door bezoekers aangesproken: ze vonden het een lekkere lucht die aan vroeger deed denken.
Naast de al genoemde geuren is er in de kerk ook een specifieke, onbenoembare geur, en het maakt niet uit of het zomer of winter is en of ik op de vloer of op de zolders bezig was. Was het misschien de geur van het eeuwenoude hout, of van gedoofde kaarsen, of het stof op onbereikbare plekken wat kon dansen in het zonlicht, of konden de graven nog ruiken? Of was het iets heel anders, iets mystieks, ‘de wolk gebeden van hen die zijn voorgegaan’? Het is in ieder geval een geur die mij is bijgebleven en maakt dat dit een bijzondere plek voor mij is geworden.
Mooie momenten waren op de zondagmorgen zo rond half negen. Als ik dan de kerk in kwam en Matteo nog zat te spelen op het orgel, dan was het moeilijk om te beginnen met het klaarzetten voor de kerkdienst. Even gaan zitten, de ogen dicht en luisteren naar de muziek en de geur opsnuiven van de stille Oude Kerk. Die momenten beleef ik nu opnieuw bij het luisteren naar de audiodiensten. Ik zie in gedachten de kerk voor me en ruik die onbenoembare geur. En ik zie uit naar het moment dat ik dat weer in werkelijkheid mag meemaken, op de plek die daarvoor bedoeld is.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Stuur reacties of inzendingen naar de redactie van de website: Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com), Peter Lowie (p.lowie@upcmail.nl), Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl).