door Guido Hoogewoud (11 april 2018)
Lichtval en stilte zijn voor mij de meest fascinerende eigenschappen van de Oude Kerk. Als je het kerkgebouw binnentreedt door het Zuiderportaal, zie je een immense ruimte, gescheiden door pijlers, die de bezoeker doet gissen naar hun ruimtelijke functie. De oorzaak ligt in het hybride karaker van dit kerkgebouw, dat door de geleidelijke uitbouw in de breedte zich openbaart als een mysterie. Als de zuilenrijen van de moskee van Toledo. Zeker, er is ook een lengteas, te ervaren bij binnenkomst door de toreningang, de gebruikelijke hoofdingang van de basilicale kerken. De late maar niet voltooide poging tot transformatie in een basilicale kruiskerk kreeg iets raadselachtigs: de viering, de verbinding tussen schip en koor en de aanzet van het kruispand, bleef een in hout opgetrokken lichtbeuk boven de kruispijlers. Werkelijk een eeuwenoude noodvoorziening! Het is deze stugge ruimtevorm, die anders dan de onmiddellijk te ervaren weidse ruimte van de Nieuwe Kerk, model van een basilicale kruiskerk, de Oude Kerk tot een volstrekt unicum maakt.
Bezoekers van de Oude Kerk hebben en hadden deze ervaring, zoals Milan Kundera, die in De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (1983) de grote lege ruimte van de Oude Kerk beschreef als het beeld van zijn eigen bevrijding. Een plotselinge weersverandering openbaart zich in de Oude kerk als een bijna kosmische ervaring: een zee van zonlicht valt binnen, wordt door wolken teruggetrokken, komt weer binnen door de ramen van de Mariakapel en contrasteert met het donker eiken en grenenhout van de gewelven. Het koperwerk van het koorhek schittert evenals de leuning van de preekstoel, en straks zal het verguldsel van het Vater-Müllerorgel voor een nog niet eerder ervaren visueel spektakel zorgen. Zoals ook voor mij als kind, wegdwalend van de vaak lange onbegrijpelijke preken, het fenomeen ‘kerk’ of ‘godsdienst’ gehuld was in het gewaad van dit kerkgebouw. In de latere volwassenheid kon de conclusie van vrienden: ‘gelukkig is die kerk weg’ – het minder boeiend katholiek of protestant kerkgebouw van hun jeugd – mij niet overtuigen. Stilte, ruimte en licht zijn voor mij de essentie van de Oude Kerk, ontstaan binnen de marges van deze materiële substantie.
Beter dan in mijn eigen impressies wordt de kern geraakt in de bundel Gesprek met de stad: De Oude Kerk te Amsterdam – 700 jaar ingewijd, uit 2007, met o.a. de hoogstpersoonlijke ervaringen van violist en dirigent Johannes Leertouwer, componist en schrijver Elmer Schönberger, Alexander Rüger, directeur van het Van Goghmuseum en Marjoleine de Vos, columniste van de NRC. Zo ervoer Leertouwer het musiceren in de Oude Kerk als een voorrecht vanwege de onnadrukkelijke stilte, en hoorde Schönberger er in 1992 het stuk Nog eenmaal terug naar de hypothese van de Russische componist Alxander Kneifel als een verhevigde vorm van stilte.
Deze woorden werden elf jaar geleden opgeschreven, en dat lijkt verder weg dan ooit. Want de stilte en het licht die je zomaar cadeau krijgt zijn niet meer genoeg. Christian Boltanski laat stemmen uit het grafveld horen en plaatst hoge zwarte kubussen als eigentijdse interpretatie van de Oude Kerk. Voor een tegendraads beschouwer een ontwijding van de stilte.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Wil je reageren, meeschrijven, of meer weten over de blog, neem dan contact op met Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com) of Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl) van de redactie.