door Peter Tomson (11 december 2018)
Op een stoel gezeten in het hoogkoor van de Oude Kerk, hoor ik in mijn oren het suizen van de wind. Het zwelt aan tot loeiende windstoten, en er mengt zich klokgelui bij, dan klinkt de roep van meeuwen boven het water. Een intiem klinkende vrouwenstem met Noord-amerikaans accent vertelt flarden uit een leven. Nu klinkt ergens in het midden een loepzuiver gezongen meerstemmige psalm van Sweelinck, gevolgd door een wisselende groep strijkers. In de verte hoor ik het ploppende geluid van helikopterwieken aankomen, het nadert en klinkt steeds harder, om dan weg te sterven. Een tweede vrouwenstem komt uit een andere richting en vervolgt met levensfragmenten. Het orgel klinkt op, een gezongen antifoon. Tenslotte hoor ik alleen het gedruppel van water in een holle ruimte.
Ik bevind mij in het nieuwe kunstwerk in de Oude Kerk, ‘The instrument of troubled dreams’. Zoals bij de voorgaande kunstwerken gaat het om een dialoog met het aloude gebouw. Ditmaal niet visueel en ruimte-vullend, maar auditief en qua materieel bescheiden van afmetingen. Het is geen werk waar je al of niet kritisch naar kijkt, maar waar je je in bevindt, dat je omvangt. De steeds wisselende opeenvolging van geluiden weerklinkt in je hoofd en resoneert met beelden van vroeger of van ver, associaties met films, een wereld aan geluiden. Het is wonderlijk wat geluid met je kan doen. Anders dan beelden die van buitenaf op je af komen, roepen geluiden beelden op vanuit jezelf. Sandra Smallenburg beschreef het treffend in de NRC: ‘Vijf minuten geleden liep je nog tussen de toeristen op de Wallen, nu is het of je in een parallel universum bent beland.’
De jonge man die bij de kassa zit vertelt dat hij in de filmwereld werkzaam is, en volgens hem is de geluidstechniek van het kunstwerk super-geavanceerd. 28 luidsprekers, rondom en boven je opgesteld, geven in uitgebalanceerde combinatie de evenzo opgenomen geluiden weer. Als je in het midden zit, hoor je het om je heen gebeuren. Elke geluidsopname wordt opgeroepen door één bepaalde toets op de ‘mellotron’ die in het midden staat. Dat is een heerlijk twintigste-eeuws uitziend toetseninstrument dat de kunstenaars hebben omgebouwd tot een hypermodern geluidsmedium. Je kunt de toetsen zelf ‘bespelen’, maar ik vond het ook mooi om eenvoudig naar de ‘improvisaties’ van anderen te luisteren. De makers, de Canadezen Janet Cardiff en George Bures Miller, zijn internationaal gevierde kunstenaars die onder meer op de Biennale van Venetië en in het Modern Tate hebben geëxposeerd.
Thuisgekomen moet ik sterk denken aan een paar liederen van Sytze de Vries, onze vroegere predikant. Het lijkt wel of hij ze met het oog op dit kunstwerk heeft geschreven. Of is het omdat hij net zoals de geluidskunstenaars gespitst is op de geluiden, en is het eerder een gedeelde resonans? In dialoog met het kerkgebouw bezingen zijn liederen hoe de ruimte vervuld is van de weerklank van heden en verleden: ‘In de veelheid van geluiden/ in het stormen van de tijd,/ zoeken wij het zachte suizen/ van het woord, dat ons verblijdt.’ En: ‘Dit huis van hout en steen, dat lang/ de stormen heeft doorstaan,/ waar nog de wolk gebeden hangt/ van wie zijn voorgegaan…’ (Liedboek 283:1 en 280:2). Op zondagmorgen, wanneer het gebouw een godshuis is, klinken deze liederen vaak aan het begin van de dienst, uit onze eigen kelen. In ons hoofd vloeien ze dan samen met andere klanken en gebaren en roepen ze getroebleerde dromen op, maar ook hoopgevende visioenen.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Wil je reageren, meeschrijven, of meer weten over de blog, neem dan contact op met Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com) of Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl) van de redactie.