door Peter Tomson (17 mei 2016)
Laatst noemde iemand de diensten in de Oude Kerk ‘hoog-liturgisch’. Ik was even met mijn gedachten bij iets anders en vergat te vragen wat bedoeld werd. Je kunt er van alles bij denken. Van Dale kent het woord niet. Op het internet vind je een bisschop die in een ‘hoog-liturgische’ viering werd gewijd, en een predikant die zichzelf niet ‘hoog-liturgisch’ vindt omdat hij Johannes de Heer-liederen zingt. Bij ‘hoog-liturgisch’ zou het dus gaan om hiërarchie, formele stijl, niet-populaire liederen.
Het laatste punt geldt wel enigszins voor de OudeKerkgemeente. Veel melodieën uit het Liedboek klinken buitenstaanders vreemd in de oren. Maar dat geldt voor alle gemeenten die het Liedboek gebruiken. Voor het overige: we hebben geen bisschoppen of hiërarchie. Wel een bepaalde stijl in de dienst: predikant en cantor in ambtsgewaad, cantorij met pijen, kaarsen, kleine rituelen. De ene voorganger wat formeler dan de andere. Je kunt dat liturgisch noemen, zoals elke protestantse kerkdienst op een bepaalde manier ‘liturgisch’ is. Maar hoog?
Het eigene van de diensten in de Oude Kerk zit hem in de keuze voor de klassieke onderdelen van de liturgie: Kyrië en Gloria, schriftlezingen en preek, voorbeden, tafelgebed en Onze Vader, wekelijks de Maaltijd van de Heer. Met de nodige vaste en wisselende gezongen onderdelen. Je zou dit ‘katholiek’ kunnen noemen, niet in de zin van Rooms-katholiek, maar van ‘algemeen’: het zijn ook de hoofddelen van de Lutherse, Anglicaanse en Oosters-orthodoxe dienst. Véél meer variëteit dan de traditionele protestantse dienst, die je overal in de stad vindt. Meer gebaar en ritueel, meer oude woorden die je meenemen, meer muziek die je draagt. Minder verstandspraat.
Beslissend lijkt me de manier waarop we met dit alles omgaan. Hoe we tijdens de dienst de deuren openzetten en ons ook mentaal openstellen voor nieuwsgierigen en zoekers. Hoe we in de dienst zelf informele momenten inlassen, zoals het gesprek met de kinderen en de mededelingen bij de nodiging tot de tafel. Als het erin zit, een kindercantorij. Dat er verschillende stemmen klinken, dat gemeenteleden de schriftlezingen en de voorbeden doen. En preken die vensters bieden ‘naar binnen’ en ‘naar buiten’, dat zou mooi zijn. Ja, laten we dat zijn: open-liturgisch.