door Peter Tomson (25 april 2017)
Je houdt je hart vast als je ziet hoe boze, bange mensen een leider kunnen kiezen die hun angsten alleen gebruikt om eigen belangen te dienen. ‘Volksmenners’ noemden ze zulke leiders vroeger, ‘demagogen’: ze voelen scherp aan wat er in de onderbuik leeft aan emoties, en spelen er vervolgens hun eigen spel mee. Je houdt je hart vast, en je vraagt je af wat eraan te doen valt.
Er zijn immers ook goede leiders, die niet alleen aanvoelen wat er onder de mensen leeft en daarop ingaan, maar die bovendien de motivatie en de capaciteiten hebben om de goede kant op te sturen, om solidariteit te bevorderen en onderling begrip. Leiders die de mensen gegronde hoop geven dat het beter wordt, of in elk geval dat het beter kan als we ons met zijn allen inzetten.
Volksmenners en demagogen heb je altijd gehad. Nieuw zijn de middelen om elkaar te beïnvloeden: smartphones en browse-analyse in plaats van
volksvergaderingen en drukwerk. Verder weinig verandering. De bijbelse profeten zagen het verschil tussen goede en slechte leiders al heel scherp. Ze vergeleken hen met herders: goede herders die de schapen leiden en verzorgen, en slechte herders die de schapen misleiden en uitbuiten. Het staat in Ezechiël 34, een gedeelte dat dezer dagen weer voorbijkomt in de bijbellezingen in de kerk.
Wat misschien ook veranderd is, is dat we vroeger niet alleen wisten dat er belangrijke verschillen tussen mensen zijn in begaafdheid en opleiding, maar ook wat we daarmee aanmoeten. Want dat weten we niet meer. We kunnen lezen dat lager opgeleiden gemiddeld niet alleen een lager inkomen hebben, maar ook ongezonder en dus korter leven, meer zorgafhankelijk zijn, en door het patroon van partnerkeuze steeds in dezelfde cirkel ronddraaien. Dat lezen hoger opgeleiden, met gemengde gevoelens ongetwijfeld, maar wat moeten ze ermee? Ben ik mijns broeders hoeder?
Dat zijn we, wisten we vroeger. Het is inbegrepen in het beeld van de schapen en de herder. De schapen kennen de stem van hun herder, ook al snappen ze hem niet half ‒ of haar, want je hebt ook herderinnen. Niet ‘herderinnetjes’, maar vrouwen van formaat die hun onderdanen integer leiding geven. Een goede herderin of herder kent de schapen, snapt ze en weet wat goed voor ze is, en leidt ze geduldig maar beslist daarheen. Dat is niet paternaliserend, maar pastoraal, goede herders waardig: verantwoordelijk, beslist, dienstbaar. Waar vinden we zulke leiders? Ze zijn niet direkt leverbaar. We moeten ze opkweken met beleid en geduld, denk ik. In elk geval een taak voor opvoeders en ouders.
afbeelding: Anton Mauve (1838-1888), Boerin met schapen
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Wil je reageren, meeschrijven, of meer weten over de blog, neem dan contact op met Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com) of Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl) van de redactie.