door Peter Tomson (14 maart 2019)
Het eerste van deze serie ‘vensters op de Oude Kerk’ belichtte de ontstaansgeschiedenis van de kerk en de groei van het gebouw. Dit tweede venster biedt een ‘gereconstrueerde blik’ op de kerk in haar volle laatmiddeleeuwse glorie. We putten opnieuw uit de brochure van de Stichting Oude Kerk uit 1985, A. van Rooijen, De Oude Kerk in vogelvlucht, en zullen daar uitvoerige beschrijvingen uit citeren. Aan het eind gaan we in op een belangrijke vraag: wat is in zo’n majestueus godshuis de zin van ‘volte’, en wat van ‘leegte’? Van ‘geluid’ of van ‘stilte’?
het interieur
Op basis van de schriftelijke bronnen en van de opgravingen tijdens de restauratie reconstrueert de brochure het kerkinterieur in de 16e eeuw en wat daarin gebeurde. Tussen aanhalingstekens volgen daar nu citaten uit, iets ingekort en aangepast. De ‘lichtbeuk’ waarover het eerste citaat spreekt is het verhoogde gedeelte van het schip met extra vensters voor de lichtval.
‘Behalve door de afwezigheid van een lichtbeuk was in de late middeleeuwen het lichtniveau in de ruimte laag, doordat vrijwel alle ramen met gebrandschilderd glas waren gevuld. Dit glas droeg aanzienlijk bij tot de bontheid van het interieur, zowel door de kleurige bijbelse taferelen als door het doorvallend licht op de muren en de zerkenvloer. De vloer bestond toen uit een bonte afwisseling van rozerode zandsteen, witte kalksteen en oranjerode en blauwe plavuizen.’
‘Groot was de invloed van de 38 altaren in de Oude Kerk. Zowat tegen elke kolom en aan de oostwant van iedere kapel moet men zich een altaartafel voorstellen met een vergulde reliekschrijn en daarboven een kostbaar altaarstuk. De gilden hadden elk een eigen altaar en wedijverden om dat tot het aanzienlijkste van de hele kerk te maken. En dat alles stond natuurlijk nog maar in de schaduw van de rijkdom van het hoogaltaar in het koor, met het geopende vijfluik geschilderd door Jan van Scorel en Maarten van Heemskerk. Naast het altaar stond het sacramentshuis waarin de hosties werden bewaard als een toren van verguld ajour snijwerk tot in het gewelf reikend.’
religieus en werelds gebruik
Er was destijds geen duidelijke scheiding tussen religie en samenleving: religieus en werelds gebruik van de kerk liepen door elkaar. Ten eerste waren er de begrafenissen, zowel binnen als buiten de kerk, die elk hun dodenmissen vergden. En daarbij kwam een veelheid van religieuze activiteiten.
‘Behalve de pastoor en de kapelaans waren er in 1517 in de Oude kerk 22 priesters en 60 altaristen die de taak hadden de missen op al die altaren op te dragen. Bovendien waren deze geestelijken verplicht om in hun “vrije tijd” in het koor te bidden en dagelijks de getijden te zingen. Behalve de diensten op het hoogaltaar werden dus ook regelmatig missen opgedragen op de andere altaren. Voorts hadden bepaalde priesters hun bezigheden op de verschillende graven, bestaande uit het kaarsen ontsteken en bidden op zerken. Dan was er nog de imponerende koorzang, waarvoor apart beroepszangers waren ingehuurd, ondersteund door de nog bescheiden orgels.’
een van de bewaarde middeleeuwse ramen in de Mariakapel
(foto: Stichting Oude Kerk)
Over het specifiek wereldse gebruik zijn we redelijk geïnformeerd door de bewaarde ‘keurboeken’, logboeken van uitgedeelde ‘keuren’, zeg maar bekeuringen.
‘De kerk is wel de “huiskamer van de stad” genoemd en was permanent opengesteld. Het klimaat nodigde uit om allerlei activiteiten en ambachten in de overdekte ruimte te verrichten. Blijkens de keurboeken werd er ‘s nachts in de kerk en op het kerkhof geslapen. Overdag stalden marskramers hun waren uit, evenals boeken- en prentenverkopers. Turfdragers liepen door het zuiderportaal naar binnen en weer naar buiten door het noorderportaal om de omweg te vermijden. Bij de portalen verzamelden zich bedelaars, die de kerkgangers niet in de weg mochten staan.’
‘In de grote ruimte werden zeilen, touw, garen, wol en dierenhuiden gedroogd en versteld. Ze werd ook als tijdelijke opslag gebruikt, en dagelijks werden er kinderen te vondeling gelegd. Paarden, varkens en andere huisdieren weidden op het kerkhof, dat ook nog als bleekveld en als speelplaats voor de kinderen werd gebruikt.’
‘Werelds’ waren ook de bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, zoals van keizer Maximiliaan begin 16e eeuw. De kerk was tenslotte een van de grootste ontvangstruimten. ‘Zo’n kerkbezoek moet met enorme pracht en praal hebben plaatsgevonden, niet alleen door de fraaie gewaden van de keizer en zijn gevolg en van de vergezellende burgemeesters en andere functionarissen, maar ook door de aankleding van het kerkinterieur.’
volte versus leegte
Op de middeleeuwse volte volgde de calvinistische leegte: beelden en altaren gingen eruit en muren werden wit. Hiermee maakte de kerk een overgang die andere religies en culturen niet vreemd is. Het Oude Testament is één lang dispuut tussen beeldvereerders en afgodsbestrijders, een strijd die onder de Joden in het Romeinse rijk en onder christenen in het Byzantijnse rijk werd voortgezet. Wat is de ware Godsverering: geestelijke aanschouwing opgeroepen door afbeeldingen, of juist beeldloze contemplatie? En vraagt dat om schallend Halleluja-zang, of juist eerbiedige stilte?
Beide partijen hebben goede argumenten, en die hebben niet alleen religieuze, maar ook artistieke relevantie. Beeldenstorm en Alteratie hebben onschatbare verliezen aan cultuurgoed veroorzaakt. De schokkende ‘beeldenstormen’ door religieuze fanatici in onze tijd herinneren ons daaraan. Anderzijds biedt de huidige ‘leegte’ in de Oude Kerk een gastvrije ruimte voor moderne conceptuele kunst. Zoiets is in een kleurige weelde als van de nieuwe katholieke Nicolaaskerk moeilijk voor te stellen. En de titel van de maandelijkse vrijdagochtendconcerten van de Stichting Oude Kerk spreekt voor zich: ‘Silence’.
Peter Tomson is emeritus hoogleraar theologie, lid van de Oudekerkgemeente en lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Oude Kerk.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Wil je reageren, meeschrijven, of meer weten over de blog, neem dan contact op met Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com) of Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl) van de redactie.