door Hans Firet
Ik kreeg een uitnodiging voor een vernissage. Een woord dat mij altijd doet dromen. Vernissage is een chic woord voor de opening van een tentoonstelling. Toen ik jaren geleden in Parijs ging studeren, kreeg ik een tip: Kijk in Le Figaro in de rubriek ‘Vernissages’, daar kun je gratis champagne drinken. Niemand vraagt naar je uitnodiging, want daar zijn ze veel te keurig voor.
Zo was ik in onze Oude Kerk bij de vernissage van de nieuwe tentoonstelling ‘Path’ van Antonio Obá. Ik liep een beetje doelloos rond, toen een van de medewerkers tegen me zei: ‘Leuk dat je er bent, daar om de hoek staan drankjes en hapjes.’ Ik voelde me bijna betrapt als iemand die alleen maar kwam voor de gratis drank.
Gewapend met een glas wijn loop ik door het hoogkoor, waar twee rijen met belletjes op stokken van buigbaar materiaal staan. In de flyer stond uitdrukkelijk vermeld dat je met je hand de belletjes in beweging mocht zetten. Altijd fijn als je kunst mag aanraken, meestal staat juist bij de werken die je het liefst zou aanraken: ‘Verboden aan te raken’. De belletjes laten een licht gerinkel horen, dat mij doet denken aan de belletjes bij de communie tijdens de katholieke mis.
Ik loop door naar de viering. Daar hangt een omgekeerde kroonluchter, waar vaantjes aan hangen met afbeeldingen van spelende kinderen en daartussenin spiegels. Het ziet er vrolijk uit, maar je begint je af te vragen: wat wil de kunstenaar zeggen? In de flyer staat daar eigenlijk weinig over.
Het ’pad’ eindigt bij wat eigenlijk de voorkant van de kerk is. Onder het orgel staat een soort altaar. In het midden een fles Braziliaanse rum met een kelk ernaast. Links en rechts twee schilderijen. Op het linker schilderij een duif die bloedzuigers laat vallen, die bloed uit een persoon zuigen. De bloeddruppels worden opgevangen in een kelk. Op het rechter paneel zien we iemand die onder een douche van bloed staat. Dit verwijst duidelijk naar de communie: Het bloed dat is vergoten wast onze zonden weg. Zo interpreteer ik het maar in eenvoudige christelijke bewoordingen.
Voor het altaar staan twee bakken met zwartgeblakerde resten uit een kerk. Resten van een beeldenstorm?
De officiële opening begint. Na een inleiding door de nieuwe directeur van de Oude Kerk, is Antonio Obá aan de beurt. De kunstenaar is gekleed in een mooie gebloemde jas en spreekt alleen Portugees. Hopelijk brengt hij wat verduidelijking over waar het allemaal over gaat. Ik begrijp dat het in dit werk gaat om omdraaiing. Het pad begint aan de oostkant van de kerk, en loopt naar het altaar, dat dus precies staat tegenover de plek waar in de kerk traditioneel het altaar staat. Ook de kroonluchter is omgedraaid. Bij het altaar staan zwarte kaarsen en erachter staat een spiegel die niet spiegelt, is dat ook een omkering?
Voor-achter, zwart-wit, ondersteboven… Moet de kerk omgekeerd worden? Ik associeer ook maar wat.
Obá, zelf afkomstig uit een arme, zwarte familie, klaagt de rol aan die de kerk in zijn land traditioneel speelt. Die staat aan de kant van de macht, van de kolonisator, en daarmee ook van de slavenhandel. Hij roept de toeschouwer op het pad te volgen om ‘de huid van het werk te voelen’. Die huid kun je figuurlijk opvatten maar het gaat ook letterlijk om huid. In Brazilië bepaalt de kleur van je huid voor een groot deel je sociale status.
Wat de kunstenaar ook wil zeggen, de tentoonstelling (of de ingreep om in moderne-kunsttermen te blijven) is zeer de moeite waard. Obá heeft het werk gemaakt met respect voor de ruimte, en of je er nu van alles bij wilt denken of niet, het is gewoon mooi en geeft je behalve stof tot nadenken ook een gevoel van vrolijkheid.
Dus zoals men dan zegt: Warm aanbevolen.
foto’s © Almicheal Fraay / Oude Kerk
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Stuur reacties of inzendingen naar de redactie van de website: Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com), Peter Lowie (p.lowie@upcmail.nl), Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl).