door Peter Tomson
Ooit, in een vorige eeuw, had ik een dochter die hard moest werken voor haar eindexamen. Ze was een doorzetter, maar vooral het rekenen ging haar moeilijk af. Ik wist toen nog niet dat ze dat van mij had. Je bent nooit te oud om iets te leren over je eigen gebreken. Haar mentor bedacht een geniale truc. Bestond allang natuurlijk, maar voor haar werkte het perfect. ‘Neem een grote glazen pot, zei hij, en een pakje gekleurde blaadjes. Doe maar één moeilijke som tegelijk. En voor elke som die je hebt opgelost, gooi je een gekleurd propje in de pot.’ Mijn dochter werkte door voor haar examen, en de pot werd langzaam gevuld met kleurige propjes. Ze slaagde met een glans op haar gezicht.
Wat minder lang geleden werkte ik met een collega uit een ander land aan een ingewikkeld project, terwijl er om ons heen, bij hem en bij mij, van alles gebeurde. Allerlei problemen kwamen tegelijk op ons af. Met zijn droge humor sprak hij het verlossende woord: ‘Ik doe één dag tegelijk.’ Dat deed bij mij een lampje branden. In de bijbel staat immers een samengevatte preek die met zo’n zin eindigt: ‘Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.’ De prediker heeft het daar over bloemen en vogels die zich geen zorgen maken maar gewoon mooi zijn en leven van wat de dag hen geeft. Dat kan een beetje saai klinken, meer een praatje voor de zondagsschool. Tot je leven ineens wordt bedolven onder de onzekerheid en je niet weet hoe de volgende week er zal uitzien.
Dat zijn we niet gewend. Onze wereld is overzichtelijk en wat er gaat gebeuren staat in je agenda. In vroeger eeuwen was dat veel minder het geval. Geen wonder dat ze het toen vaker hadden over wat je moet doen als je leven ineens op losse schroeven staat. Neem dat preekje uit de bijbel. En die prediker was niet de eerste die erover begon, er waren zat eerdere voorbeelden waar hij gebruik van kon maken. Bijvoorbeeld over mensen die op weg waren door de woestijn. Geen water, geen eetbare planten. Toch vonden ze door een godswonder voor elke dag genoeg te eten en te drinken. Dat ging ook niet vanzelf, ze moesten erop uit, verzamelen! Zorgen genoeg voor vandaag. En maak je niet druk, morgen zijn er weer verse zorgen. Zolang je het einddoel maar in het oog houdt.
En de natuur lijkt ook al in de war. In mijn tuin zag ik een bloeiende paardebloem, een páárdebloem in november! Ook zag ik de gele bladeren van de bomen waaien, maar er was er één die terugwoei. Hij fladderde tegen de wind in, en hij was groen. Een verlate citroenvlinder! Of juist een veel te vroege? Vlinders en bloemen hebben geen agenda’s die bepalen dat het vanaf 21 september herfst is en dat de lente begint op 21 maart. Misschien moet je wel een beetje worden als een paardebloem of een vlinder. Dat je het ook anders kan zien. Bloeien in november, waarom niet? Dat het elke dag een ander propje is, met een eigen kleur. Elke dag zijn eigen kwaad, maar geen grammetje meer! Wisten ze dat niet vroeger al, zijn daar geen oude sprookjes en spreekwoorden over? ‘Elke dag een draadje is een hemdsmouw in het jaar.’ Zoiets?
Het preekje van Jezus: Matteüs 6:25-34.
foto’s (PJT): paardebloem tussen herfstbladeren; citroenvlinder op buddleia.
Blog van de OudeKerkgemeente: korte, persoonlijk getinte stukken over dingen buiten of binnen de gemeente die belangrijk zijn of opvallen, geschreven op eigen verantwoordelijkheid.
Stuur reacties of inzendingen naar de redactie van de website: Elisabeth Boiten (muskebiis@gmail.com), Peter Lowie (p.lowie@upcmail.nl), Peter Tomson (pjtomson@xs4all.nl).