In deze winterse tijden lezen we de bergrede. Jezus beklimt een berg, als Mozes ooit, en verwoordt hoe hij het Koninkrijk, het leven naar Gods hart, ziet. Zijn rede opent met een van de beroemdste gedeelten uit de Bijbel: de zaligsprekingen.
Ze zijn een manifest van het Koninkrijk en het wordt duidelijk hoe tegendraads Jezus’ boodschap is – in navolging van de profeten. Niet het recht van de sterkste is leidend, maar ‘arm’ en ‘gering’ zijn, afhankelijk, verlangend en open.