Aswoensdagviering: Archaïsche riten tegen het ‘dikke ik’
Woensdag 2 maart is Aswoensdag, het begin van de 40-dagen-tijd op weg naar Pasen. Een wending in de tijd, de kleur wisselt van het frisse groen naar het ingetogen paars. In de traditie van de kerk zijn de 40 dagen een tijd van inkeer en vasten. Ook in de Oude kerk vieren we Aswoensdag. De lezingen zetten de toon: ‘Laat u met God verzoenen’ (2 Korintiërs 5:20). Het evangelie (Matteüs 6:1-6 en 16-18) waarschuwt tegen opzichtig vasten, Christus vraagt een bekering van het hart: ‘Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart’ (Joël 2:13).
In de middeleeuwen werden in Gallië de officiële boetelingen aan het begin van de vasten de kerk uitgestuurd, zoals Adam en Eva uit het paradijs verdreven werden. Daarbij kregen zij een boetekleed aan en werden met as bestrooid. Het herinnert aan de aangrijpende woorden van de Eeuwige waarmee hij de mens uit het paradijs verdrijft: ‘Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan,/ zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang./ Dorens en distels zullen er groeien,/ toch moet je van zijn gewassen leven./ Zweten zul je voor je brood,/ totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen:/ stof ben je, tot stof keer je terug’ (Gen.3:17-19). De rite met de as handhaafde zich op de Aswoensdag en werd algemeen gebruik in de kerk.
In de Bijbel zijn stof en as tekens van nederigheid, verdriet en ook reiniging. Abraham noemt zichzelf tegenover God ‘stof en as’ (Gen.18:27). Jeremia roept het volk op zich ‘in het stof te wentelen’ om de verwoesting van de stad (Jer.6:26). Als Job van alles beroofd is, zegt hij: ‘God heeft me neergesmeten in het slijk/ en ik ben als stof, als as geworden’ (Job 30:19). Maar de as van een vaars die als verzoeningsoffer is geslacht en verbrand reinigt de overtreder (Num. 9:9-10 en Hebr. 9:13).
Archaïsche taal en archaïsche riten? Ja, zeker. Maar zoals zo vaak bergen die diepe waarheden. In een tijd van het ‘dikke ik’, in de prestatiemaatschappij, in de consumptiemaatschappij van meer en meer, in een samenleving waar we de dood wegstoppen in verpleeghuizen en hospicen, is de christelijke gemeente geroepen tot een tegenstem. In het midden van ons geloof staat een man die van alles werd beroofd, zelfs van zijn leven. Als teken daarvan laten we ons as – idealiter verkregen uit de verbrande palmtakjes van de palmzondagsviering vorig jaar − op het hoofd opleggen en ons aanzeggen: ‘Gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult weerkeren.’ Eens zullen dat de laatste woorden zijn die over ons dode lichaam zullen klinken: ‘Aarde tot aarde, stof tot stof.’ Geloven, zei de theoloog J.H. Gunning jr. in diezelfde lijn, is niet streven, maar sterven. Of met Willem Barnard in Lied 538: ‘Een mens te zijn op aarde/ in deze wereldtijd,/ dat is de dood aanvaarden…’
Aswoensdag is het begin van de Veertigdagentijd en dat werpt de vraag op hoe we het vasten ook in deze tijd vorm kunnen geven. Vasten heeft twee kanten, het gaat om onthouding en inkeer. Enerzijds is het afzien van bepaalde genietingen zoals op het gebied van eten en drinken, of het gebruik ervan te matigen. Enkele voorbeelden: geen alcohol, geen vlees, geen snoep, geen social media, geen vergaderingen, geen TV, etc. Het is een keuze die direct ingrijpt in je persoonlijke leven en die daarom voor ieder weer anders zal uitvallen. En als dat betekent dat je niet ‘letterlijk’ vast maar er wel serieus over nadenkt, is het ook al goed.
Anderzijds is vasten positief: je kunt meer omkijken naar je medemens, een deel van je tijd geven aan een goed doel, meer ruimte maken voor meditatie en lezen in de bijbel. En deze zaken doe je met als doel, te groeien in je toewijding aan God, de mensen om je heen, de schepping, maar ook jezelf. Om ruim baan te maken voor het rijk van God, juist in deze Veertigdagentijd. Je kunt bijvoorbeeld geven en actief meewerken aan de vastenactie, je kunt een dagelijks leesrooster aanhouden – er zijn vele mogelijkheden. Let op nadere berichtgeving, we zijn van plan allerlei ideeën te vermelden!
De viering begint om 19.30u in de Oude Kerk. Voorganger is ds. Marcel Barnard, daarnaast zingt de Sweelinckcantorij o.l.v. Herman Mussche. Vanwege de pandemie die op haar retour is maar nog niet verdwenen, zullen we dit jaar de as inderdaad op het hoofd strooien en dus niet met een kruisteken op het voorhoofd aanbrengen. Beide vormen hebben zeer oude papieren.
Marcel Barnard en Herman Mussche