Impressie van een deelnemer van de 1e gebedenavond in de reeks
Donderdagavond 10 oktober was de eerste avond over de liturgie van onze eredienst, met het accent op de gebeden. Marcel Barnard lichtte dit mooi tweezijdig toe, vanuit zijn deskundigheid als hoogleraar liturgiewetenschap steeds gemengd met zijn ervaring als predikant. Jessa en de mensen die de voorbeden doen verbonden het met onze wekelijkse praktische invulling en vragen.
Inventariserend bleek de betekenis van gebed meer dan een flipover-blad kan bevatten, zowel een ritueel als anders-kijken, zowel klagen als lofzegging en zo nog 14 wezenlijk verschillende begrippen.
Het ritueel in de eredienst geeft vorm aan het verwachten van God. Deze wereld is nog niet Gods Koninkrijk en in de eredienst hopen wij op Gods aanwezigheid. Dat vraagt openheid in wat wij zelf doen, om ruimte te laten voor God.
Gebed is erkennen niet autonoom te zijn, maar afhankelijk van het grotere dan onszelf. Marcel verwijst naar de vrouw die afhankelijk is van de onrechtvaardige rechter en door blijft vragen tot hij doet wat hij moet doen (Luk18). Voor mij verhelderend dat het belangrijk is met de vrouw te identificeren om dit verhaal niet als een voorbeeld van Gods relatie met ons te zien. Gebed hoort ook bij handelen, in de opleidingen wordt gebed onder ethiek behandeld. Peter wijst in dit kader op het artsgebed van Maimonides.
In de liturgie hebben de gebeden een verschillende taal als een toonregister dat door de dienst heen andere accenten legt. Er is alledaagse taal, die vanuit ons benoemt, zoals in het Kyriegebed en de voorbeden.
Er is verheven sacrale taal, o.a. als iets onbegrijpelijks in de dienst dat de verbinding legt naar het mysterie van God. En er is de tussentaal die die twee verbindt. Belangrijk anders dan individueel gebed is de rol van de gebeden in de publieke eredienst, de hele gemeente moet er zich in kunnen herkennen, de taal hoort bij dit openbaar uitgesproken worden. De gebeden zijn algemeen èn specifiek, voorbedacht èn niet gemaakt, geen cliché èn geen estheticisme. Uit de reacties van de voorbidders blijkt hoe moeilijk dit inderdaad is.
De gebeden in de liturgie zijn als één stroom waarin we worden meegenomen in de nadering tot God. In de gebeden, gesproken en gezongen, is die opbouw herkenbaar. Het begint met het ambtsgebed voor diensthebbenden en gemeente incl. afwezigen, benoemt onze tekorten als schroom in het naderen, verkondigt de genade, uit wat ons dwarszit, verwelkomt de Heer, vraagt zegen over de lezingen. Daarna zijn de gebeden onderdeel van de dienst van de tafel, de liturgie daarvan wordt nog afzonderlijk behandeld.
Tot slot is er diepgaander doorgepraat over de voorbede. Vooral de voorbereiding is ingewikkeld, want in de dienst brengt de liturgie je bij je ziel maar hoe lukt dat thuis tussen alle dagelijkse gedoe door. Marcel wijst op het specifieke dat zo juist in de voorbeden tot uiting kan komen. Mij maakt dit gesprek ook duidelijk hoe de concentratie en aandacht ontstaat, die ik ervaar in de diensten.
De volgende avonden in de reeks van deze gebedenavonden zijn op 30 januari, over de Maaltijd en 12 maart, over Witte Donderdag.
We nodigen u van harte uit om bij de volgende avonden aanwezig te zijn!
Graag tot dan!