De lezingen over kunst van de filosoof Martin Heidegger staan opgetekend in het boekje De Oorsprong van het kunstwerk. Een leesgroep georganiseerd door Marcel van Blijenburgh heeft Heideggers uitleg bestudeerd onder leiding van Kees Vuyk, gemeentelid van de Oudekerkgemeenschap, filosoof en psycholoog.
Heidegger stelt vast dat een kunstwerk in eerste instantie gewoon een ‘ding’ is met eigenschappen, gemaakt van materie met een bepaalde vorm. Je kunt het kunstwerk met je zintuigen ervaren. Net als een theepot. Er moet dus meer zijn.
foto: Martin Heidegger in 1960
Wij maakten de zoektocht van Heidegger mee naar het raadsel van de kunst. Hij gaat langs diverse opvattingen over kunst en redeneert daarop door. Af en toe neemt hij een verkeerde afslag. Hij zoekt naar kenmerken en andere essentialia: de kunstenaar, het scheppingsproces, de omgeving, enz. Maar steeds loopt hij vast.
Geen punt, want we maakten wel kennis met zijn aparte manier van filosoferen. Hij bedenkt nieuwe woorden en begrippen en haalt vaak de oude Grieken er bij. Hij legt nieuwe verbanden, legt tegenstellingen bloot en geeft woorden dubbele betekenissen. Alles op zoek naar de kern van de kunst en de kern van het bestaan: de ‘waarheid’.
Heidegger concludeert dat vooral taal belangrijk is. Het opent nieuwe inzichten en maakt ruimte om ontdekkingen te doen en nieuwe mogelijkheden te openen. Kunst doet dat ook. Dichtkunst is in zijn ogen dan ook het summum van kunst.
De acht deelnemers hebben H’s gedachtengangen gevolgd en besproken, in het licht van zijn tijd geplaatst en bekritiseerd. Taal kan worden gezien als de meest democratische vorm van kunst, je kunt het gebruiken en misbruiken. Het was een bijzondere serie interactieve gesprekken.
Impressie van een filosofische leek
(ook bekend als deskundig penningmeester, Red.)