dinsdag 6 juni 2017
Vervuld van de Geest
Lezing uit de brieven: Handelingen 2,1-13
Toen de vijftigste dag vervuld werd waren allen op die plek bijeen. En het geschiedde, plotseling, uit de hemel: een geruis als van een gedreven heftige adem; het vervulde heel het huis waar zij gezeten waren. En er lieten zich aan hen zien tongen als van vuur, die zich verdeelden; en het zette zich op een ieder van hen. En allen werden vervuld met de heilige Geest en begonnen te spreken met andere tongen zoals de Geest hun te vertolken gaf. Er verbleven nu in Jeruzalem Joden, vrome mannen uit alle naties onder de hemel. Toen nu die stem geschiedde, kwam de menigte samen en raakte in verwarring omdat een ieder voor zich hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Zij waren buiten zichzelf en verwonderden zich, en zeiden: Zie, zijn niet allen die daar spreken Galileeërs? Hoe horen wij hen dan ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kapadocië, Pontus en Asia, Phrygië en Pamphylië, Egypte en de delen van Libië bij Cyrene, en de hier aanwezige Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten, Kretenzen en Arabieren - we horen hen met onze tongen spreken van de grote daden Gods. Allen waren buiten zichzelf en verbijsterd, ze zeiden, de een tegen de ander: Wat wil dit zijn? Anderen echter zeiden spottend: Ze zitten vol zoete wijn!
vertaling: Amstel Preekteam
Jalien Winter, student aan de kunstacademie