dinsdag 22 mei 2018
Spraakverwarring
Lezing uit de Tora: Genesis 11 : 1 - 9
De gehele aarde was één van spraak, de woorden waren enerlei. Toen zij opbraken naar het oosten vonden zij een vallei in het land Sinear en zij woonden daar. Zij zeiden, ieder tot zijn naaste: ‘Kom op laten wij tichels tichelen en ze met brand branden’. De tichelsteen was hun tot bouwsteen en het leem was hun tot lijm. Zij zeiden: ‘Kom op laten wij ons een stad bouwen en een toren met zijn top in de hemel en laten wij ons een naam maken anders worden wij verstrooid over het aangezicht van de gehele aarde’. En de Heer daalde af om de stad en de toren te zien die de zonen van de mens bouwden.De Heer zei: ‘Zie, één volk en één spraak voor allen; dit is wat zij beginnen te doen. Welnu, niets zal voor hen onbereikbaar zijn van al wat zij van zins zijn te doen. Kom op laat ons afdalen en daar hun spraak vermengen, zodat zij niet meer horen ieder de spraak van zijn naaste’. De Heer verstrooide hen vandaar over de gehele aarde. Zij hielden op de stad te bouwen. Daarom noemt men haar Babel, 'Mengelmoes’ want daar heeft de HEER vermengd de spraak van de gehele aarde; vandaar verstrooide de HEER hen over de gehele aarde.
(vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis)
Jalien Winter, student aan de kunstacademie